Spreekbeurt - tohl

Paarden zijn mooie, krachtige dieren. Ze zijn er in allerlei rassen en maten. Je hebt de hele kleine rassen zoals Falabella’s en Shetlanders, of de hele grote rassen zoals Shire’s. Paarden komen in veel kleuren voor. Zwart, zoals het paard van Zorro, wit zoals het paard van Sinterklaas maar er zijn ook gevlekte paarden, zoals bij de indianen of gewoon bruine paarden. Er bestaan nu ongeveer 200 pony- en paardenrassen.

Je kan een pony en een paard makkelijk uit elkaar houden. Een paard is groter 1m50, een pony is kleiner. De pony heeft kortere benen en de buik is ronder. Een mannelijk paard noem je een hengst. Een vrouwelijke paard noem je een merrie. Een jong noem je een veulen. Een hengst die gecastreerd is noemen we een ruin.

Ezels zijn verre familie van het paard. Ze hebben lange oren, smalle benen, een ander soort staart en hun manen staan meestal rechtop. In plaats van hinniken, zoals een paard doet, balkt een ezel. Dit is een hard soort gebrul dat vaak een kilometer verder nog te horen is! Ezels komen ook in allerlei soorten en kleuren voor. Er zijn kleine ezels met kort haar of grote ezels met een soort dreadlocks. Grijs, bruin en zelfs bonte ezels komen voor! Sommige mensen vinden ezels een beetje dom, maar niets is minder waar!

Paarden en ezels hebben veel verzorging nodig. Ze moeten genoeg te eten hebben, vooral gras en hooi, maar ook niet te veel. In het wild eten paarden en ezels de hele dag door kleine beetjes (vooral gras) met weinig suiker en vetten in het eten. Af en toe een wortel of een appel kan geen kwaad, maar je moet dus heel goed oppassen met bijvoorbeeld brokjes of muesli. Paarden en ezels moeten altijd vers water kunnen drinken. Een emmer per dag is niet genoeg, een paard drinkt wel 40 liter per dag. Een paard of ezel laat veel cadeautjes vallen per dag. Het is belangrijk dit goed op te ruimen, zodat het gras in de wei blijft groeien. Ook de stal moet proper blijven, zodat de hoeven gezond blijven. Een paard of ezel een hele dag in de stal zetten is slecht voor het dier. Het beste is een stukje land met een stalletje waar ze in kunnen als het slecht weer is. Het is belangrijk dat je paard of ezel een vriendje heeft, zodat hij zich niet zo alleen voelt. Een paard is immers een kuddedier.

Eens in de zoveel tijd moet een paard of ezel naar de hoefsmid. De hoefsmid zorgt ervoor dat de hoeven netjes blijven en soms zal hij hoefijzers onder de voeten doen. Ook de tandarts moet wel eens langskomen bij een paard of ezel, om te kijken of er geen foutjes in het gebit zitten. De dierenarts, de dierendokter dus, moet ook wel eens langskomen voor een prikje of een spuit tegen wormen. En als het dier ziek is moet de dierenarts zo snel mogelijk gebeld worden!

Veel mensen willen graag een paard of ezel en vergeten daarbij hoeveel verzorging het dier nodig heeft. Ze geven te weinig of juist verkeerd eten, ze vergeten de hoefsmid of tandarts te bellen of ze vergeten dat het dier niet de hele dag op stal mag staan. Wanneer mensen dit wel weten maar expres vergeten noem je dit verwaarlozing.

Soms is het zelfs zo erg dat de politie of de dierenbescherming het paard of de ezel meeneemt. Veel van deze paarden en ezels komen dan bij The Old Horses Lodge terecht. Dit is een asiel dat de paarden en ezels opvangt en probeert beter te maken. Er komt een dierenarts, een hoefsmid en een tandarts en alle dieren krijgen precies de goede verzorging. Het asiel probeert voor veel paarden en ezels een nieuwe thuis te zoeken waar ze niet verwaarloosd of vergeten worden. Sommige paarden en ezels blijven in het asiel, omdat ze te erg verwaarloosd waren of te oud zijn.

Je kan peter of meter worden van een dier in The Old Horses Lodge of eens komen helpen samen met je ouders. Je kan ook met de hele klas een rondleiding aanvragen. Zo kunnen jullie samen eens kijken naar alle paarden en ezels, die het niet hebben verdiend verwaarloosd of vergeten te worden.